Er wordt wel eens gezegd dat trainen een beetje giswerk is. Luister maar eens naar de interviews in Studio sport op zondag, waar spelers en/of coaches vaak verkondigen wel of niet lekker in de wedstrijd te hebben gezeten. Zo’n term klinkt natuurlijk leuk in een interview, maar je hebt er weinig aan. Hoe verbeter je ‘in de wedstrijd zitten’? Kan je aangeven hoeveel je ‘in een wedstrijd zit‘?
Wat heeft dit met trainen te maken?
Je vraagt je misschien af wat dit met trainen te maken heeft, een voetbal wedstrijd is immers heel anders dan wat je in de sportschool doet, toch?
Of toch niet?
Eigenlijk zit er dus helemaal niet zo veel verschil tussen een voetbalwedstrijd en een fitness-sessie. Beiden kennen een doel, namelijk de wedstrijd winnen versus een goede training maken. Uiteindelijk leiden meerdere wedstrijden / trainingen over een periode van tijd tot een groter doel: de competitie winnen / progressie maken.
Progressie is niet instantaan
Nou is het niet zo dat één slechte training er voor kan zorgen dat je progressie teniet wordt gedaan, zoals in het voetbal een wedstrijd wel de beslissende factor kan zijn voor de eindstand. Het is wel zo dat je uiteindelijke resultaat iets minder is dan het had kunnen zijn als je een keer een training skipt of niet zo lekker loopt.
Nietszeggend commentaar
Terug naar het voetbal interview: een ervaren kijker zal het misschien eens zijn met het commentaar ‘dat ze niet/wel lekker in de wedstrijd zaten.’ Spelers, trainers & bezoekers kunnen tot dezelfde (eigenlijk nietszeggende) conclusie komen, waar een onervaren kijker moeite kan hebben om dit te doorgronden, terwijl er wel naar dezelfde wedstrijd wordt gekeken.
Ervaring vereist voor conclusies
Waar zit dan het verschil? Iemand met geen tot weinig ervaring ziet ‘grote’ gebeurtenissen prima, zoals het scoren van een doelpunt of het maken van een grove overtreding, maar heeft minder oog voor detail: geeft een speler genoeg goede passes, ballen weet te onderscheppen of genoeg loopvermogen heeft naar het einde van een wedstrijd. Een ervaren kijker kan op basis van dit soort observaties tot de conclusie komen dat ‘het wel of niet lekker liep’.
Terug naar de basis: statistiek
Stel dat je een wedstrijd hebt gespeeld die ‘niet lekker liep’, hoe zou je er dan voor kunnen zorgen dat het de volgende wedstrijd niet weer zo gaat? Heel simpel, schrijf het op. Analyseer de wedstrijd. Als je in een wedstrijd 19 keer op doel schiet en maar 1 keer scoort, kan je bijvoorbeeld schoten op doel gaan trainen om de effectiviteit van de schoten op doel te verbeteren. Als je 70% balbezit hebt en maar 3 schoten op doel hebt, gaat er misschien iets mis in de passes van het middenveld naar de aanvallers.
Meten is (meer) weten
Ditzelfde gaat op voor fitness. Als je niet tevreden bent met je progressie na verloop van tijd, waar heeft dat dan aan gelegen? Heb je te weinig trainingen gemaakt? Was de intensiteit van je oefeningen te laag? Als je het niet bijhoudt zal je het nooit weten. Als je het wel bijhoudt kan je je trainingsregime wat veranderen en kijken of je meer progressie hebt!
